Een kettingaandrijving is een beproefd systeem dat voor vele toepassingen geschikt is. Bij de keuze en/of opstelling van je aandrijving zijn er wel een aantal variabelen om rekening mee te houden. In dit blog leg ik uit waar je in de basis op moet letten en vind je een handig overzichtsschema.
De breuklast en de werklast
Als eerste is het onderscheid tussen de breuklast en de werklast belangrijk. De breuklast is de maximale belasting van de ketting uitgedrukt in Newton (N). Belast je de ketting zwaarder, dan breekt deze. Hierbij wordt steeds uitgegaan van een ideale situatie qua temperatuur, uitlijning en minimale schokken in de bewegingen. Bij de meeste aandrijfdelen op onze website staat de maximaal belastbare waarde aangegeven waarmee een component kan worden belast.
De werklast is de voor jouw toepassing maximaal benodigde belasting. Dit wordt ook wel de maximale last of bedrijfslast genoemd.
Twee belangrijke richtlijnen
Een belangrijke richtlijn die ik adviseer, is om altijd met een belasting van 10% van de breuklast te rekenen. Anders gesteld, over het algemeen nemen fabrikanten een factor 10 om een veilige kettingaandrijving te creëren die een hoge standtijd heeft.
Eveneens adviseer ik om te zorgen dat de snelheid van ketting altijd onder de 10 meter per seconde blijft. Bij hogere snelheden neemt de kans toe dat de ketting gaat zweven en de smeerolie van de ketting vliegt. Wil je met hogere kettingsnelheden dan 10 meter per seconde werken? In dat geval raad ik aan een V-snaar of een distributieriem te gebruiken in plaats van een kettingaandrijving.
Het koppel en belangrijke variabelen
Naast de breuklast, werklast en je wens om met een simplex-, duplex- of triplexketting (zie afbeeldingen hieronder) te werken, zijn er enkele onderliggende variabelen om rekening mee te houden. Het belangrijkste uitgangspunt voor je kettingaandrijving is het koppel dat je wilt overbrengen. Hierop zijn het toerental, vermogen, de snelheid, diameter van je kettingwiel en hartafstand van invloed.
Handig schema
In de onderstaande schema zie je welk type ketting het meest geschikt is bij het vermogen van de machine (de y-as) en het toerental van de aandrijving op het kleinste kettingwiel (de x-as). Bij lagere toerentallen is het koppel op de ketting (de belasting op de rol) groter dan bij hogere toerentallen.
Hierbij is het kleinste kettingwiel in de opstelling steeds het uitgangspunt, omdat een kleiner kettingwiel minder tanden heeft. Hierdoor zijn er minder kettingrollen die ingrijpen en je een hogere belasting per rol van de ketting hebt.
Een voorbeeld. Bij 400 toeren en 1 Kw voor een simplexketting, kom je uit op een RS (Rapid Super) kettingtype 06B met tussen de 18 en 26 tanden (T).
Overzicht British Standard- (BS) en DIN-kettingen
Hoewel je uiteraard meer variabelen kunt bedenken voor het bepalen van je kettingaandrijving – denk bijvoorbeeld aan de uitlijningshoek, temperatuur, binnen- of buitengebruik en schokken – bovenstaande schema biedt een goed handvat voor het bepalen van je kettingaandrijving.
Wil je gebruikmaken van een zelfsmerende of corrosiebestendige ketting? hiervoor gelden andere waarden dan in het bovenstaande schema.
Deskundig advies
Heb je vragen over de aandrijving voor jouw specifieke toepassing? Stel deze gerust onder dit blog of neem contact met ons op. Ik of een van mijn collega’s helpen je graag verder.
Heeft dit artikel je geholpen?
Productspecialist aandrijftechniek