Op INDI.nl zijn er veel verschillende balanceerkleppen te koop, maar hoe maak je nu de juiste keuze? Bijgaand brengen we enkele richtlijnen voor het maken van de juiste selectie.
Een balanceerklep kan toegepast worden voor:
– een lasthoudfunctie;
– het controleren van een negatieve last, voorkomt voorijlen;
– of als leidingbreukventiel; mits deze direct is gemonteerd op de cilinder.
Voor een goede keuze zijn de volgende selectiecriteria en richtlijnen van belang:
Flow: Kies een balanceerklep die qua flow past bij de toepassing, een te grote klep zal ten kostte gaan van de controle op de last.
Ingestelde veerdruk: Advies is om deze in te stellen op 1,3 maal de lastdruk (druk veroorzaakt door de last).
Stuurdrukverhouding: Kies een lage stuurdrukverhouding (bijv. 1:3) voor situaties waarin de lastdruk veel varieert. Hoge stuurdrukverhoudingen (bijv. 1:8) zijn efficiënter door een lagere stuurdruk en snellere reactie en zijn daarom geschikt voor situaties waarbij de last niet veel varieert.
De stuurdruk is te berekenen met:
Stuurdruk = (ingestelde veerdruk – lastdruk) / stuurdrukverhouding).
Hieruit blijkt dat hoe lager de last is, des te hoger is de stuurdruk.
Interne/externe drain: In sommige situaties is het noodzakelijk om voor een externe drain te kiezen. Op deze manier wordt de ingestelde (veer) druk onafhankelijk van de retourdruk.
Voor een goede werking is het belangrijk dat bij de stuurschuif in ruststand de werkpoorten verbonden zijn met de tank.
Heeft dit artikel je geholpen?

Productspecialist hydrauliek