In Groenlo bevindt zich een bedrijf dat gewend is om te gaan met zware jongens. Voor de goede orde: we hebben het dan over zware machines. Die dan weer andere zware zaken moeten verplaatsen. Welkom bij Pfeifer Heavy Machinery BV.
We gaan weer eens naar het oosten van het land, Groenlo in dit geval. Niet ver van de grens van onze oosterbuurman gelegen, rijden we via de prachtige nieuwe verbindingsweg N18 bijna recht op ons doel af. Het is niet moeilijk om het bedrijf waarmee we een afspraak hebben gemaakt te vinden. ‘Je hoeft alleen maar te letten op hoog in de lucht stekende telescoopmasten van telescoopkranen’, zo had Kevin Stoteler, onze gesprekspartner van vandaag, ons via de telefoon medegedeeld. Als we het toch redelijk uitgestrekte industrieterrein ten noorden van Groenlo oprijden, zien we inderdaad vrij snel allemaal in de lucht priemende telescoopmasten. Dichterbij gekomen lijkt het wel of de telescoopkranen een soort erehaag om het bedrijfspand heen vormen. Behoorlijk indrukwekkend dit wagenpark hier. We rijden het bedrijfsterrein op en zien midden op het terrein een gigantisch voertuig staan. Over dit ‘monster’ later meer. We parkeren onze auto, die hier plotseling heel erg nietig lijkt, veilig op een afgelegen plekje. Als we bij de receptie even wachten op onze gastheer zien we op de koffietafel een Amerikaans tijdschrift liggen. ‘Heavy Machinery’ heet het. Juist ja, daar bestaan dus ook al vakbladen over. En in die tak van sport opereert dus Pfeifer. Sales manager Kevin Stoteler komt inmiddels binnen en steekt alvast van wal over de geschiedenis van Pfeifer Heavy Machinery BV.
Ontwikkeling
‘Oprichter Gerrit Pfeifer is in 1998 begonnen met dit bedrijf. Hij kocht met geleend geld van de schoonfamilie een vrachtwagen’, vertelt Kevin. ‘Daarmee vervoerde hij machines die hij verhuurde of verkocht aan andere bedrijven. Wat voor machines dat waren? Nou, denk aan shovels, graafmachines, aggregaten, compressoren. Vooral de verkoop van tweedehands machines liep goed’. In 2003 was het al nodig om er extra terrein bij te huren, in 2005 is er een terrein gekocht (huidige middenterrein dat door de jaren heen aardig is uitgebreid) en is Ralph Koehorst er bij gekomen. Een grote verandering kwam rond 2006. Kevin: ‘Klopt, toen heeft het bedrijf ervoor gekozen om intensiever gebruik te maken van het digitale netwerk, van internet. Door mijn komst is dat in een versnelling geraakt. Er werd toen nog weinig gebruik gemaakt van het internet. Sterker nog: er was nog geen computer aanwezig op het terrein.
Momenteel wordt de directie van het bedrijf gevormd door oprichter Gerrit Pfeifer, Ralf Koehorst en onze gesprekspartner Kevin Stoteler. Het bedrijfsterrein is inmiddels uitgebreid naar 25.000 m². Het magazijn, speciaal voor elektronisch aangedreven hoogwerkers, schaarliften, telescoophoogwerkers en heftrucks, is uitgebreid naar een capaciteit van 6000 m².
Grenzen vervagen
Het omarmen van internet en het promoten van het bedrijf via deze weg bleek een gouden greep. Kevin: ‘Mijn IT-achtergrond en -kennis heeft daar een grote bijdrage aan geleverd. Voor het internettijdperk waren we een lokale speler die hier in de omgeving behoorlijk succesvol opereerde. Erna vielen als het ware de grenzen weg. Nu kan ik melden dat we inmiddels aan meer dan 150 landen iets verkocht of verhuurd hebben.’ Verkopen of verhuren, dat zijn de twee handelswijzen van Pfeifer Heavy Machinery BV. Kevin: ‘In het begin was het alleen de verkoop, later is daar de verhuurtak bijgekomen. Wij spreken van ‘bare rental’; dit zijn vooral de hijskranen die verhuurd worden zonder machinist en waarbij de klant zelf de machine moet onderhouden en verzekeren als ware het zijn eigen machine. Zo’n ‘bare rental’ betekent dan in de praktijk een verhuurperiode van minimaal drie maanden, maar meestal veel langer: van één tot vijf jaar zijn geen uitzonderingen. Door zo’n relatief langere periode gaat de klant zo’n gehuurde kraan of heftruck ook een beetje als zijn eigen product beschouwen met bijbehorend verantwoordelijkheidsgevoel en zorg. We hebben trouwens nu nog drie in- en verkoopkantoren elders. In Brazilië, Polen en Engeland’, verduidelijkt Kevin nog maar even de internationale allure van het bedrijf.
Handelshuis
‘Wij fabriceren hier dus niks’, vervolgt Kevin. ‘We kopen alle voertuigen, machines en apparaten in, nieuw of jong tweedehands. Daarna verkopen of verhuren we deze. In die zin zijn we een handelsbedrijf. Wat we hier wel doen in Groenlo is reparatie en onderhoud. Als zo’n verhuurde hijskraan weer terugkomt, plegen wij het benodigde periodieke onderhoud en zorgen voor eventueel benodigde reparaties. Voor zo’n voertuig weer naar de volgende klant gaat, moet natuurlijk gecheckt worden of alles nog goed werkt en het nog veilig doet’. En als we het dan over veiligheid hebben, dan komt er hier bij Pfeifer wel even wat om de hoek kijken. Kevin: ‘Dat kun je wel stellen ja. Om alles goed te kunnen controleren op eventuele mankementen krijgt ons personeel een speciale opleiding. Ook krijgt alle equipment om de 500 draaiuren een onderhoudsbeurt. Denk bij hijskranen aan de vele masten, steunpoten, lieren die opnieuw gesmeerd moeten worden en de motoren waarvan de filters en oliën vervangen moeten worden. Voor die smeeroliën en vervanging of reparatie van onderdelen maken we dankbaar gebruik van INDI. Ontdekken we vandaag een defect onderdeel, dan kunnen we morgen dat door een nieuwe vervangen. Er vindt sowieso een jaarlijkse, externe technische controle op veiligheid plaats. Nou is het tegenwoordig gelukkig ook wel zo dat machines zichzelf ‘uitschakelen’ als ze niet meer goed en veilig werken, daar zijn allemaal veiligheidschecks voor ingebouwd.’
Het monster…
Na een bezoek aan de onderhoudshal, waar voertuigen van kleine hoogwerkers tot grote hijskranen onder handen genomen worden, neemt Kevin ons mee naar het middenterrein. Daar zien we ‘het monster’ weer staan. Kevin zorgt voor nadere uitleg. ‘Hier staat de grootste rupskraan van onze verhuurvloot’. Het gevaarte zien we deels ontmanteld op het middenterrein staan, maar dan nog biedt de Terex Demag CC3800, zoals ‘het monster’ officieel heet, een indrukwekkende aanblik. En dan begint Kevin met een opsomming van ook nog wat tot de verbeelding sprekende getallen. ‘Deze kraan kan maximaal 650 ton tillen. Alleen al de body, het besturingsgedeelte zeg maar, weegt 68 ton. De rupsbanden wegen afzonderlijk 37 ton. Totaal zit er zo’n 500 ton aan contragewichten bij. De hoofdmast heeft een lengte van 96 meter. Daar komt nog een beweegbare JIB van 96 meter bij, zodat een totale hefhoogte van 190 meter bereikt kan worden. We hebben deze rupskraan van Terex in Duitsland gekocht. Alleen al voor het vervoeren van de benodigde contragewichten en mastdelen hadden we vijfendertig vrachtwagens nodig. We hebben de kraan onlangs hier op het terrein helemaal in elkaar gezet. Daarvoor moesten we flink wat ruimte vrij maken en andere hijskranen verplaatsen. Montage en demontage kostten ons in totaal veertien dagen. En waar we ook weer andere hijskranen voor nodig hebben.’ Oké, we zijn diep onder de indruk. En wat gaat deze jongen doen? Kevin: ‘Deze kraan gaat binnenkort naar Keulen en blijft daar voor langere tijd staan. De twee enorme flatgebouwen van de Deutsche Welle (het beroemde radio- en tv-station van Duitsland) moeten namelijk gesloopt worden. Omdat de twee torens in een dichtbebouwd gebied liggen, kunnen er geen explosieven gebruikt worden. We ‘pellen’ de flatgebouwen laag voor laag af. Met die klus is deze kraan wel een tijdje zoet.’
Wie deze Terex Demag CC3800 in vol ornaat wil zien, zie hier. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees…