Om de eenmanszaak Versteeg Totaal Service van Rob Versteeg te bereiken moeten we diep naar het zuiden van Nederland afdalen. Nog net niet in Zeeland doen we voor het eerst van ons leven het flink uit de kluiten gewassen Zuid-Hollandse dorp Zuidland aan.
Voor we daar aankomen moeten we havenstad Rotterdam nog voorbij. Voor we het weten staan we rond het middaguur vreselijk vast in snel opeenvolgende files. Als het totaalaantal files op de weg een goede graadmeter voor de economische groei vormt, dan zal het momenteel wel erg goed gaan met ons kleine kikkerlandje. Ook de vele rokende pijpen bij Pernis wijzen daarop. Maar gelukkig: zodra we de Beneluxtunnel kunnen passeren, is het daarna vlot doorrijden. We komen verrassend snel in een totaal ander landschap: de polder op het voormalig eiland Voorne-Putten.
Een Amsterdammer in het Rotterdamse
De zon schijnt volop in Zuidland. Op de hooggelegen polderweg ligt aan de rechterkant het bedrijf van de INDI-klant die we vandaag bezoeken: Versteeg Total Service. Rob Versteeg ontvangt ons tijdens zijn lunchbreak met open armen. ‘Eerst koffie?’ Als Rob eenmaal van wal steekt over zijn bedrijf en zijn werk, krijgen we ernstig het vermoeden dat de man hier wel uit de buurt moet komen. Zijn tongval overtreft nog net die van Gerard Cox himself. ‘Haha’, lacht Rob als we hem die gelijkenis voorleggen. ‘Nou, ik voel me hier als een vis in het water. Ik woon hier al 54 jaar. Maar ben toch geboren in Amsterdam’.
Eigen baas
Het is heerlijk rustig in het bedrijf, want Rob is eigen baas in zijn eenmansbedrijf. Voor bepaalde klussen huurt hij af en toe wel extra personeel in, maar vandaag moet hij zijn eigen orders uitvoeren. ‘Heerlijk’, laat Rob weten, ‘lekker pielen in je eentje. Maar dat is wel anders geweest hoor. Ik heb jarenlang voor een baas gewerkt, hier verderop. Bij een redelijk groot bedrijf. Ik was daar werkvoorbereider en het was niet eens zo dat ik het daar niet naar mijn zin had. Maar op een gegeven moment zei een vaste klant tegen mij: joh, waarom begin je niet voor jezelf? Dat is in mijn hoofd blijven hangen. En omdat ik geen redenen kon bedenken om het niet te doen, heb ik het toen maar gedaan.’
Maar één klant
We hebben het over het jaar 2003 en Rob begon voor zichzelf met eerst maar één klant. Best wel spannend, lijkt ons. Rob: ‘Tja, nou, ik had er wel vertrouwen in. Ik leverde powerpacks aan die klant. Maar toen gingen ze failliet’. En was het afgelopen met jouw bedrijf? ‘Nee hoor’, vervolgt Rob, ‘van die klant nam ik weer hun grootste klant over en al vrij snel had ik ook allemaal orders van andere klanten’. En dan wordt weer duidelijk dat we hier vlakbij de grootste zeehaven van Nederland zitten en bij de grootste olieraffinaderij; die bij Pernis.
In de olie
‘Zo kwam ik op een gegeven moment met Reym in contact, een grote dienstverlener op het gebied van industriële reiniging, transport en afvalstoffenmanagement’, somt Rob zijn volgende grote klant op. ‘Die doen heel veel in reinigen van olieopslagtanks. Dat doen ze met zogenaamde vacuümvrachtwagens: met pompen en slangen en tanks. Daar kwam veel hydrauliek aan te pas en die verzorgde ik voor hen. Tegenwoordig doen ze veel meer met elektronisch aangedreven systemen. Is toch veiliger in verband met ontploffingsgevaar met al die brandstofdampen. Ja, ook daar gaan de ontwikkelingen natuurlijk door. Zo was het vroeger alleen maar mogelijk de tanks te reinigen door er zelf in te kruipen, met veel beschermingsmateriaal natuurlijk. Nu sturen ze al kleine robots die tanks in.’
Mond-tot-mondreclame
‘De ene klant komt, de ander raak je op een gegeven moment weer kwijt’, mijmert Rob. ‘Nu werk ik voor een andere grote speler in die reinigingsmarkt, Enigma in Briel. Met zo’n dertig grote vrachtwagens ook niet zo’n kleine jongen. Via mond-tot-mondreclame komen ze bij mij.’ Is Rob niet bang dat al deze fossiele brandstof gerelateerde business gaat verdwijnen nu we bezig zijn met de energietransitie naar zon- en windenergie? Rob: ‘Ja, dat zeggen ze hè. Dan zal het hier in de polder binnenkort wel helemaal volstaan met windmolens, haha. Ik geloof dat nog niet zo. Die olie-business zal niet zomaar verdwijnen hier.’
Olifantenslurf
Bovendien heeft Rob ook nog heel andere klanten. Met smaak vertelt hij het verhaal van het hek dat hij moest plaatsen voor dierentuin Blijdorp. ‘Dat was een hydraulisch werkend hek dat in de grond weg kon zakken. Ik had daar tijdens de werkzaamheden een behoorlijk zwaar onderdeel even laten liggen, ik dacht: daar gaan we morgen wel weer verder mee. Daar dachten die olifantenbewakers heel anders over. Die vertelden me dat zo’n olifant met zijn slurf zo dat zware onderdeel het publiek in zou kunnen slingeren. Kan je nagaan hoe sterk dat hek moest worden.’ Ook in de zuivelwereld heeft Rob zo z’n speciale klanten. ‘Ik ben nu bezig met apparaten voor melkindampers. Weer effe wat anders dan olie’, lacht Rob.
“En ik vind het echt onvoorstelbaar wat ze tegenwoordig allemaal kunnen leveren. Tachtig procent bestel ik bij INDI.”
Poetsen
We lopen nog even naar het magazijn. Want Rob wil ons de onderdelen afkomstig van INDI laten zien. Keurig gesorteerd in bakken liggen de bouten en moeren daar te glimmen. ‘Eigenlijk ligt hier meer dan noodzakelijk is, want ik kan gewoon bestellen wanneer ik het nodig heb. Maar aan de andere kant: ik vind het ook wel prettig dat ik het hier gewoon heb liggen, mocht het plotseling nodig zijn. En ik vind het echt onvoorstelbaar wat ze tegenwoordig allemaal kunnen leveren. Tachtig procent bestel ik bij INDI.’ Wij weten genoeg en laten Rob verder werken aan het schoonmaken van een opengemaakte pomp. ‘Stookolie hè, dan ben je wel even bezig met poetsen.’